Adviezen bij gebruik 468 Chess voor lesgevers en trainers:
Lekker laten spelen
Het belangrijkste advies voor het werken met 468Chess luidt:
Laat de kids eerst lekker spelen, ontdekken en zelf doen, ze vinden altijd wel een route…..(oplossing).
Bij 468Chess puzzels is er nooit één goed antwoord, of de beste zet. Dat komt later bij het leren van echt schaken. De puzzels helpen kinderen wegwijs te worden in de bewegingsregels van de verschillende schaakstukken. In de basis ligt de focus op toren (het beste stuk om mee te beginnen), loper, paard en dame.
De puzzels beginnen allemaal met het verzamelen van punten. Een blokje is 1 punt waard, een schijfje 2 punten. Het veroveren van blokjes, schijfjes en schaakstukken van de tegenstander noemen we allemaal “vangen, slaan of veroveren”. Het picto voor slaan is een zwaard.
Observeren
Met 468Chess nodig je de kinderen uit om op onderzoek te gaan, om te gaan verkennen. Als lesgever ben je meer coach, je observeert en leidt daaruit af hoe de kinderen omgaan met de puzzels.
De belangrijkste opdracht is om niet teveel te willen voordoen, want dan hebben ze het niet zelf gedaan en is het leereffect vaak minder.
Vragen stellen kan juist weer ondersteunend werken: “Zou er ook een route zijn waarbij je in elke beurt iets kunt vangen?” Het kind blijft de ontdekker. Als ze er geen vinden is een hint beter dan de oplossing voordoen. Geef je die opdracht aan de hele groep dan kunnen kinderen elkaar ook hun oplossingen laten zien. Dat stimuleert het praten over het spel en de mogelijkheden en dan zijn ze als groep de ontdekkers (groepsbinding).
Solo of tegen elkaar
De puzzelboekjes bestaan voor de helft uit solo puzzels en voor tweede helft uit 1 tegen 1 puzzels. Om kinderen met elkaar in gesprek te krijgen over het vinden van oplossingen is het aan te bevelen de solopuzzels ook af en toe door 2 kinderen te laten oplossen. Als lesgever kun je aangeven dat je graag wilt dat de kinderen verslag uitbrengen van hun bevindingen. Dat geeft gelegenheid tot het geven van feedback.
468Chess “picto-taal”
Let erop dat iedereen de betekenis van de picto’s begrijpt. Na een paar keren terugzien zal het al geautomatiseerd zijn: Picto verklaringslijst
Bij puzzels met pionnen geldt nog een toevoeging:
– De verticale balk geeft het gebied aan waar de pionnen geplaatst mogen worden.
– Een pijl geeft de bewegingsrichting aan.
Pionnen mogen bij de 468Chess puzzels slechts 1 veld vooruit, tenzij anders aangegeven.
Gebruik van de Chessmat
De Chessmat is een hupmiddel bij de organisatie van de les.
Het spelmateriaal bestaat uit een spelbord, de chessmat, een puzzelboekje, een bakje met de blokjes en schijfjes en schaakstukken. Bij een deel van de puzzels worden een of meer stukken tijdens het spelen geplaatst. Die stukken kun je klaarzetten op de Chessmat. Dan is duidelijk welk materiaal er gebruikt wordt bij de puzzel. De andere schaakstukken blijven in een verzamelbak of -zak. De Chessmat blijft ongebruikt als er geen stukken worden geplaatst (ingezet).
Spelvormen met competitie element, een paar suggesties:
- Puzzel 58 uit het 4×4 boekje: Welke speler slaagt er als eerste in, naast de blokjes en schijfjes, twee stukken van de tegenstander te slaan? Waarschijnlijk heb je dan ook de meeste punten behaald.
- Puzzel 41, 42 en 43 uit het 6×6 boekje: Welke speler heeft als eerste 10 punten behaald, bij gelijk aantal zetten (b.v. beide spelers hebben 5 zetten gedaan)? Een gelijke stand(remise) is natuurlijk ook mogelijk.
- Puzzel 3 uit het 6×6 boekje: Wie kan het juiste aantal oplossingen geven. Dus alle mogelijk routes om met de toren negen punten te verzamelen. Hier is het ook nog waardevol om de kinderen met elkaar te laten uitvinden wat het juiste aantal is. Dit spel gaat dus over “Ruimte”. Via welk routes kan ik ergens komen met de toren en hoe lang doe ik daar over. Pak ik bij elke zet voldoende punten mee….